Jurjen K. van der Hoek

 

De wiskundige deling van Dave Meijer

Een verkaveling van het zichtbare. De concrete werkelijkheid in vakjes opgedeeld. De omgeving bestaat in de ogen van Dave Meijer uit pixels. In zijn geval enkel gekleurde rechthoeken en vierkanten. Deze schuiven langs weinig lijnen tot en over elkaar. Alle naar verhouding kleine schilderijen in een groot geheel gehangen, tonen samen het ware geziene beeld. Maar Meijer ziet niet het detail, dat ik zo graag uit de kleurelementen naar voren zie komen. Ik bekijk een strenge vlakverdeling waar ik een vertaling van het polderlandschap in vermoed. Maar hij neemt de grote vorm waar en dwingt deze in een wiskundige deling om de realiteit te positioneren. Meijer gaat verder waar De Stijl bleef steken in beeldingsmiddelen en het orthogonale stelsel. Maar hij durft ook het pure zwart aan naast het wit en de kleur. De werken zijn echter niet zuiver net en bezitten niet de klare lijn, maar behouden wel het speelse van het werken – het plezier in de onvoltooid verleden tijd. Doek wordt eens onbeschilderd gelaten om een verdiepend effect te bereiken. De omtrekken van vlakken vloeien uit, zoals de huisschilder tot ontzetting de verf onder het afplakband ziet wringen. Speels vallen vlakken dan buiten lijnen. De haren van de verfkwast staan figuurlijk maar zichtbaar nog in de verf. Stukken triplex komen in reliëf van het doek en vervangen in dat geval onbewust de verf. Zo varieert Meijer door op het thema, betreedt zijwegen van het eens ingeslagen pad. Panelen raken maar amper binnen de tijd af. Meijer is kritisch op zichzelf en keurt het werk van gister vandaag af. Is het beeld niet correct dan wordt het avontuur opnieuw ingezet. Want hij zal niet opgeven en begint weer waar hij eerder eindigde, haalt weg, voegt toe, schuurt af, schildert over, trekt grenzen om overheen te gaan en geeft zichzelf uiteindelijk de ruimte om er een streep onder te zetten. Door dat almaar verder gaan op hetzelfde paneel en door te werken buiten de eerst getrokken lijnen, is het wit en het zwart niet intens maar kent verkleuring. Diverse lagen materie verraden de moeite die Meijer zich getroost om tot voltooiing te komen. In de wolk, die als grote vorm een vierkante opstelling is geworden, hangen de onderdelen bijeen en zonder samenhang toch in evenwicht. De vorm en face en en profil, perspectief en plattegrond derhalve. Een groep waarin elke figuratie een individu is en een persoonlijke eigenheid heeft. Enkele hebben overeenkomsten, zijn verwant met welhaast een eendere beeltenis. Het lijken bloedbroeders en halfzusters uit één grote familie. Dave Meijer’s oeuvre beslaat eigenlijk een grote stamboom, een lijst van het geslacht z.t.. Een bevolking die de wanden van de tentoonstellingsruimte bewoont en daarna zich een andere muur op een volgende plek eigen zal maken. De enkeling is het waard afzonderlijk bekeken te worden, opgenomen door de menigte echter gaat deze op in een uitzonderlijk geheel. Binnenstebuiten gekeerd soms en over de kop gehaald dan weer, maar altijd perfect in balans. In het spel de grote vorm uit te drukken bestaat de lijn alleen om het vlak te vormen. Zonder vlak is er geen lijn en andersom.